Een gesprek met VIERNULVIER-huisartiest Mette Ingvartsen
VIERNULVIER heeft heel wat residenten: sommigen zijn tijdelijk aan het werk in onze zalen en studio’s, anderen zoals onze huisartiesten ondersteunen we gedurende meerdere jaren en zie je regelmatig terugkeren in het programma. Onze huisartiesten zijn Joshua Serafin, Mette Ingvartsen, Decoratelier/Jozef Wouters, Damaged Goods/Meg Stuart, not standing/Alexander Vantournhout, Laura Nsengiyumva, laGeste en Kabinet K. Lees meer over het residentieprogramma op viernulvier.gent/residenten.
Wij gingen langs bij VIERNULVIER huisartiest Mette Ingvartsen tijdens de repetities van ‘Delirious Night’ (bij VIERNULVIER te zien op 01 & 02 oktober). De Deense choreograaf en danseres woont en werkt al heel lang in België. Ze geeft ons een inkijk in haar werk en inspiratiebronnen.
Sta je zelf nog op het podium?
Ja, ik doe eigenlijk nog altijd allebei: dansen én choreograferen. In de voorbije twintig jaar heb ik zo’n zeven solo’s gemaakt, dus ik heb best wat podiumervaring. Maar mijn voorstellingen zijn stilaan groter geworden, waardoor ik vaker aan de zijlijn sta. Vroeger stond ik zelf mee op scène in groepsstukken, maar de laatste tijd trek ik me meer terug, gewoon omdat het werk veel omkadering vraagt. Toch blijf ik het allebei graag doen.
Wat zijn je grootste inspiratiebronnen?
Mijn werk vertrekt vaak vanuit sociale of politieke vragen. Dat is meestal mijn insteek, of ik nu dans of choreografeer. Maar ik ben ook heel geïnteresseerd in filosofie en theorie – ik lees veel en graag. Soms zie ik iets in de samenleving dat me triggert, en dan probeer ik te begrijpen wat dat met mij te maken heeft. Andere keren vertrek ik van iets heel persoonlijks, en dan stel ik me de vraag: is dit iets wat ook anderen voelen? Heel vaak wel.
Hoe vertaalt zich dat op scène? Bestaat er een typische ‘Mette-stijl’?
Als er iets mijn werk typeert, dan is het de manier van denken: conceptueel, onderzoekend. Maar ik hou ook enorm van experimenteren. Ik heb een stuk gemaakt met trampolines, eentje met skaters en rollerskaters, met staged fighting, Lindy Hop, techno... Ik probeer altijd nieuwe vormen uit. Wat wél blijft, is dat ik vertrek vanuit vragen over hoe we samenleven, en hoe we dat op scène kunnen tonen.
"Collectiviteit is sowieso ook belangrijk in mijn werk. In mijn groepsstukken draait het vaak om de vraag: hoe zijn we samen? Hoe kunnen we samen oefenen in een manier van samenleven die we nog niet kennen, maar wel willen?"
Je werkt vaak in reeksen, hoe komt dat?
Ik denk dat dat mijn manier is om me lang in iets te verdiepen. Zo had ik een reeks die ging over de representatie van natuur, ‘Artificial Nature’. Daarin onderzocht ik wat theater kan betekenen in een wereld waar de natuur verdwijnt. Kan theater dan die plaats innemen van wat het betekent voor ons om de natuur in te trekken? Toen werkte ik veel met materialen, licht, rook, geluid – zelfs met niet-menselijke performers. Maar na vijf jaar voelde ik dat het tijd was voor iets anders. De daaropvolgende reeks ‘The Red Pieces’ draaide meer rond seksualiteit, naaktheid en de politieke spanningen die daarbij horen. Een van die stukken, ‘21 Pornographies’, maakte ik net vóór de #MeToo-beweging losbarstte. Dat soort toevallige timing gebeurt wel vaker: dingen waar ik in mijn werk mee bezig ben, resoneren dan plots ook in de maatschappij.
Je werk is dus ook persoonlijk?
Ja, vaak. Veel van de dingen waarmee ik werk – skatecultuur, technofeesten – komen uit mijn eigen jeugd. Maar ik probeer dat altijd te linken aan iets groters, iets wat ook collectief speelt. Collectiviteit is sowieso ook belangrijk in mijn werk. In mijn groepsstukken draait het vaak om de vraag: hoe zijn we samen? Hoe kunnen we samen oefenen in een manier van samenleven die we nog niet kennen, maar wel willen? In ‘Skatepark’, bijvoorbeeld, zie je vriendschap, zorgzaamheid, maar ook fricties en conflicten. Maar ook in mijn solo’s zoek ik de link naar het grotere geheel door het publiek te betrekken.
Ga je binnenkort nog een solo maken?
Ja, ik wissel dat bewust af. Een solo geeft me de ruimte om te onderzoeken, te prutsen, te vertragen. In grotere producties is de tijdsdruk veel groter. Dan is het fijn om af en toe die vrijheid te hebben waarin je niet meteen iets moet opleveren.
Wat mogen we nu eerst nog verwachten van ‘Delirious Night’?
Voor deze show heb ik veel inspiratie gehaald uit Middeleeuwse dansmaniën, waar mensen spontaan begonnen te dansen op publieke plaatsen. Ik zag direct een link met de illegale raves, waar mensen in een bos of op een weiland een pop-up feest organiseren. Een soort massabeweging waar mensen niet aan kunnen weerstaan. Een manier om te ontsnappen aan de maatschappelijke crisissen die we rondom ons ervaren. Kan een dansvoorstelling ook een plek zijn om hieraan te ontsnappen? Samen met muzikant Will Guthrie onderzoek ik hoe we met ritme, herhaling en overdaad trance-achtige toestanden kunnen oproepen.
-
-
wo 01.1020:00 - 22:00De Vooruit, GentTheaterzaal
Rang 1 Pay What You Can - Basic € 15,00 Pay What You Can - Standard € 20,00 Pay What You Can - Support € 25,00 -26 € 10,00 -
do 02.1020:00 - 22:00De Vooruit, GentTheaterzaal
Rang 1 Pay What You Can - Basic € 15,00 Pay What You Can - Standard € 20,00 Pay What You Can - Support € 25,00 -26 € 10,00
-